Cem Özdemir en Armin Laschet zijn te gast op het Tönnies Research Symposium

De foto toont (van links) Armin Laschet, Clemens Tönnies en Cem Özdemir, foto: Tönnies

Waar gaat het heen met de Duitse veehouderij? 150 topgasten uit het bedrijfsleven, de politiek, de handel en de landbouw gaven op het Tönnies Research symposium op maandag en dinsdag in Berlijn duidelijk antwoord op deze vraag: Veehouderij is en blijft een essentieel onderdeel van kringlooplandbouw en vlees is een belangrijke bouwsteen voor een evenwichtige , gezond dieet. Dit vergt een gezamenlijke regie voor alle betrokkenen in de keten.

De non-profitorganisatie Tönnies Research nodigde de who's who van de foodretail, het bedrijfsleven, de landbouw en de politiek uit voor haar zesde symposium in Berlijn. Dit jaar was het thema de transformatie van de lokale landbouw. Uiteindelijk waren alle experts het erover eens: vlees blijft een belangrijk en essentieel onderdeel van een evenwichtige voeding. De Duitse veehouderij is wereldleider, zowel op het gebied van klimaattechnologie als op het gebied van dierenwelzijn. Daarnaast werkt de sector aan innovatieve ontwikkelingen. Het doel is om de veehouderij in Duitsland ecologisch en economisch duurzaam te maken en aan te passen aan de huidige uitdagingen.

“Wij willen recht doen aan het veranderen van diëten. En daar hoort ook lokaal vlees bij”, zei federaal landbouwminister Cem Özdemir (Alliance 90/De Groenen) tijdens zijn toespraak. Hij benadrukte dat het om niets minder gaat dan het veiligstellen van de voedselvoorziening van de Duitse bevolking. Maar: ‘De veehouderij en de vleesconsumptie zijn een doelwit voor wie bewust wil polariseren.’ De hele keten, dat wil zeggen de politiek, de handel, het bedrijfsleven en de landbouw, zou zich tegen deze polarisatie moeten verzetten om in plaats daarvan tot een serieuze en feitelijke situatie te komen. op basis van consensus die voor iedereen geschikt is.

Clemens Tönnies, managing partner van de Tönnies Group, maakte duidelijk dat er geen tijd meer was om lang over het ‘hoe’ te discussiëren. Als de federale overheid zich beperkt tot concepten die niet tijdig worden geïmplementeerd, zouden de landbouw, de vleesindustrie en de levensmiddelenretailers actiever moeten worden. Dit zal dan gebeuren binnen de mogelijkheden van de markt om de veehouderij in Duitsland op één lijn te brengen met meer dierenwelzijn en milieubescherming. “We moeten creatief denken”, zei hij, en riep op tot nieuwe modellen om investeringen in dierenwelzijnsstallen te financieren. Feit is: “Jonge boeren willen de weg naar een duurzame toekomst inslaan. Wij moeten de weg voor hen vrijmaken. Boeren moeten zeker weten welke schuur ze moeten bouwen”, benadrukte hij. Een sleutel voor binnenlandse producenten is “vijf keer D”, d.w.z. geboorte, opfok, vetmesting, slachting en verwerking in Duitsland. De handel en de voedingsindustrie hebben zich hier duidelijk aan gecommitteerd. Voor de betreffende extra inspanning moeten overeenkomstige toeslagen aan de producenten worden betaald. “En het moet nog steeds betaalbaar blijven voor de consument”, vervolgt Clemens Tönnies. Het is daarom belangrijk om breder te gaan en ook de foodservice- en speciaalzaken erbij te betrekken.

Volgens de voormalige premier van Noordrijn-Westfalen, Armin Laschet (CDU), die zijn ervaringen beschreef in de debatten over de herstructurering van de energie-industrie in steenkoolregio's, is er consensus nodig om tot consensus te komen. De christen-democraat trok ook parallellen met het kolencompromis als het gaat om de toekomstige veehouderij in Duitsland. Een engagement voor de lokale landbouw, gedragen door de samenleving als geheel, is essentieel. De vraag hoe de voeding in Duitsland er in de toekomst uit zou kunnen zien, kan alleen op een solide basis worden beantwoord.

Armin Laschet riep daarom alle betrokkenen op om snel samen te komen en de bureaucratie terug te dringen. “De uitwisseling tussen politiek, bedrijven, retailers en boeren moet geïntensiveerd worden. Het principe van consensus moet ook succesvol zijn in de landbouw”, benadrukte hij. “Het alternatief zou zijn om de sector als niet systeemrelevant te beschouwen en als gevolg daarvan het voedsel te importeren”, aldus de oud-toppoliticus van de CDU. Maar dit is niet duurzaam en is ook niet bevorderlijk voor het dierenwelzijn; integendeel, het brengt de voorzieningszekerheid in gevaar.

Clemens Tönnies verwelkomde de duidelijke uitspraken. “Ik ben optimistisch dat we aan het begin staan ​​van een nieuwe dialoog om eindelijk tot een duurzame oplossing te komen”, zei hij.

http://toennies-forschung.de

Opmerkingen (0)

Er zijn hier nog geen reacties geplaatst

Schrijf een reactie

  1. Plaats een reactie als gast.
Bijlagen (0 / 3)
Deel je locatie