Etikettering van de veehouderij met grote lacunes
Zoals verschillende media melden, circuleert momenteel een wetsontwerp over de etikettering van staatsdierhouderij binnen de federale overheid. Tot nu toe was dit een model zonder waarde voor de Duitse pluimvee-industrie: het papier beperkt zich grotendeels tot het retailmarketingkanaal, negeert het hele gebied van buitenshuisconsumptie en catering en vergeet ook verwerkt vlees op te nemen producten op het gebied van regelgeving. "Het huidige wetsontwerp kan en mag in deze vorm geen wet worden", bekritiseert Friedrich-Otto Ripke, voorzitter van de Centrale Vereniging van de Duitse Pluimvee-industrie (ZDG).
Het ontwerpwetsvoorstel bouwt voort op het document met de belangrijkste kwesties voor de etikettering van staatsdierhouderij dat onlangs is gepresenteerd door federaal minister Cem Özdemir. Er is een verplichte markering op vleesverpakkingen gepland, die de consument in de toekomst transparante informatie zal geven over hoe een dier in Duitsland werd gehouden.
Voor ZDG-voorzitter Friedrich-Otto Ripke is het ingediende ontwerp een klap in het gezicht van de Duitse vleesproducenten: “Dit zou Duitsland, met zijn veehouders en bedrijven, als veehouderij binnen de EU volledig onconcurrerend maken. Met geen enkele lettergreep wordt aan de lokale boeren uitgelegd hoe ze de noodzakelijke verbouwing van hun stallen gaan financieren. Naast deze enorme financiële lasten is er nog steeds geen voorziening voor verplichte etikettering van oorsprong op alle marketingkanalen als een duidelijke aanduiding en waardering van Duitse goederen. Dat kan niet werken – zeker niet in tijden van inflatie met een duidelijke trend naar goedkopere boodschappen.”
Ook de toepassing op alle buitenshuisverbruik is niet voorzien in het wetsontwerp. “Onze federale minister vergeet bewust meer dan de helft van de markt te reguleren. Meer dan 50% van de vleesverkoop gaat naar dit gebied. Vooral hier zou meer transparantie over de houderij en de herkomst van dieren van belang zijn. Om af te zien van de verplichte etikettering is er op de lange termijn dodelijk voor binnenlandse waardecreatie", vervolgt Ripke. Buitenlandse goederen met aanzienlijk lagere veehouderijnormen zullen nog meer worden verwerkt in de gastronomie, kantines en groothandels en Duitse goederen verdringen: “Federaal minister Özdemir stimuleert actief vleesimport met het voorstel van zijn huis dat openbaar is geworden. Dat kan en mag niet zijn bedoeling zijn en dat moet de Bondsdag voorkomen!”
De ZDG-voorzitter merkt op dat de Bondsdag om constitutionele redenen niet kan accepteren dat er naast het staatsbedrijfslabel geen verdere keurmerken voor het soort houderij mogen worden toegestaan. "We zullen ons niet laten verbannen van het beproefde label van het Animal Welfare Initiative, dat nu goed bekend is bij driekwart van de Duitse consumenten en dat aanwezig is op meer dan 80% van de voedingsmiddelen die pluimvee bevatten!" benadrukt Friedrich -Otto Ripke.
Dringende aanpassing EU-handelsnormen voor pluimveevlees nodig
Zoals verwacht beperkt het federale ministerie van Voedsel en Landbouw (BMEL) zijn ontwerp in eerste instantie tot de verplichting om varkens te etiketteren. Een tijdshorizon voor uitbreiding naar andere diersoorten zoals pluimvee is niet gespecificeerd - alleen de vage bedoeling. "Dit is meer dan te betreuren, omdat er steeds meer vraag is naar vlees van pluimvee en al een belangrijke rol speelt in het Animal Welfare Initiative. Dus attitude-labeling zou om te beginnen een lui en onvolledig compromis zijn. Waarom dit hangspel? Omdat de BMEL en minister Özdemir terughoudend zijn om eindelijk actief en krachtig door te gaan met de dringend noodzakelijke herziening van de EU-handelsnormen voor pluimveevlees in Brussel", roept ZDG-voorzitter Ripke op tot meer snelheid op Europees niveau.
Om een toekomstbestendige veehouderij in Duitsland mogelijk te maken en zo de voedselzekerheid voor de lokale bevolking te garanderen, is de politieke wil nodig om holistische oplossingen te implementeren.
De belangrijkste punten vanuit het oogpunt van de Duitse pluimvee-industrie zijn:
- Verduidelijk de kwestie van de financiering en garandeer de eigenaren van dieren die extra kosten over 20 jaar vergoed krijgen.
- Combineer verplichte houderij- en herkomstaanduiding.
- Out-of-home ruimtes met gastronomie, kantines en groothandels opnemen.
- Bedrijven wettelijk in staat stellen om überhaupt hogere veeteeltniveaus door te voeren (aanpassing bouwrecht, openingsclausule TA-Luft).
- Wijziging van de EU-handelsnormen voor pluimveevlees om de weg vrij te maken voor etikettering - in heel Europa!
Volgens Ripke moeten alle politieke leiders over partijgrenzen heen nu snel de hiaten in het wetsontwerp over de etikettering van staatsdierhouderij dichten: “De argumenten liggen op tafel. Er is nog tijd voor de dringend noodzakelijke wetswijzigingen zodat na jaren van discussie eindelijk een levensvatbaar en toekomstgericht concept gelanceerd kan worden. Zoals ontworpen door de BMEL, blijft het een waardeloos model en brengt Duitsland als vestigingsplaats voor vee in gevaar. We zijn nog steeds bereid en blij om constructief samen te werken", benadrukt de ZDG-voorzitter. “We hebben herhaaldelijk gevraagd om passende discussies in competente kringen. Het vroegste benoemingsaanbod van de BMEL aan de ZDG is 18 november 2022 – serieus?”
Over de ZDG
De Centrale Vereniging van de Duitse Pluimvee-industrie e. V. vertegenwoordigt als professionele koepel en koepelorganisatie de belangen van de Duitse pluimvee-industrie op federaal en EU-niveau bij politieke, officiële en professionele organisaties, het publiek en in het buitenland. De ongeveer 8.000 leden zijn georganiseerd in federale en staatsverenigingen.
